Eigenlijk -1-
Eigenlijk hebben wij een lieve juf.
Eigenlijk is basketballen suf.
Eigenlijk vind ik groen de mooiste kleur.
Eigenlijk pas ik makkelijk door onze deur.
Eigenlijk kan ik op mijn handen staan.
Eigenlijk is een mannetjeskip een haan.
Eigenlijk ben ik gevallen op mijn knie.
Eigenlijk is negen drie maal drie.
Eigenlijk heb ik eigenlijk twee benen.
Eigenlijk heb ik eigenlijk tien tenen.
Eigenlijk kan ik met mijn handen bij mijn haar.
Eigenlijk is het allemaal niet waar.