
Die goeie ouwe tijd
(vertaling Those Were the Days, Mary Hopkin, 1968, geschreven door Boris Fomin en Konstantin Podrevskii, 1925 vertaald door Gene Raskin)
Er was eens, lang geleden een taveerne
We dronken er, de uren dronken mee
Ik weet nog hoe we praatten en we lachten
Wat hadden we een plannen met z’n twee
Die goeie ouwe tijd
Het leek een eeuwigheid
Het was een feest, een feestdoos vol bonbons
We waren vrij en blij
En dat ging nooit voorbij
We waren jong, de wereld was van ons
We zijn toen opgeslokt door drukke jaren
De luchtkastelen zijn allengs vervaagd
Ik zag je nu en dan in de taveerne
Dan lachte je, we zongen ongevraagd
Die goeie ouwe tijd
Het leek een eeuwigheid
Het was een feest, een feestdoos vol bonbons
We waren vrij en blij
En dat ging nooit voorbij
We waren jong, de wereld was van ons
Vanavond stond ik weer voor de taveerne
Niks was hetzelfde, alles leek zo klein
In de spiegelruit zag ik toen iets merkwaardigs
Was ik dat daar die eenzaam stond te zijn?
Die goeie ouwe tijd
Het leek een eeuwigheid
Het was een feest, een feestdoos vol bonbons
We waren vrij en blij
En dat ging nooit voorbij
We waren jong, de wereld was van ons
Binnen riep een stem mij die ik kende
En ik werd meegevoerd als op een stroom
We zijn misschien wel ouder maar niet wijzer
Want in ons hart, daar leeft nog steeds die droom
Die goeie ouwe tijd
Het leek een eeuwigheid
Het was een feest, een feestdoos vol bonbons
We waren vrij en blij
En dat ging nooit voorbij
We waren jong, de wereld was van ons