De lelijke kofferdief
Met zijn koffer staat Konijn
Te wachten, wachten op de trein.
Wolfje ziet het. Hij denkt: Fijn!
Dat koffertje is mooi van mijn!
Op geen wolvenstreek bedacht
Rookt Konijn zijn pijp en wacht,
En hij zingt intussen zacht
Van ’t was midden in de nacht.
Stilletjes als meneer pastoor
Sluipt ons Wolfje langs het spoor,
Grijpt het koffertje bij één oor
En gaat er ijlings mee vandoor.
– Hé daar, wat ben jij van plan!
Roept Konijn achter hem an.
Jij kofferdief, jij roverman!
Geef terug! Want anders, dan
Gebeurt er net als vorige keer!
Wolf keert op zijn schreden weer,
Zet het koffertje weer neer,
En vraagt bang: – De vorige keer?
Wat gebeurde er toen, meneer?
Intussen is daar eindelijk de trein.
Door het raampje zegt Konijn:
– Nou, toen had ik hem niet meer!