
De kikker -5-
– Kikker, zei ik, op je plankje,
Wat is dat dan voor een drankje?
‘Kwaakkwaakkwaak’ dat ken ik niet;
Zoiets staat niet op mijn lijstje,
Wees nu toch geen eigenwijsje
En zeg me waar je van geniet,
Of wil je met dat kwaak-kwaak-kwaken
Mij vertellen ‘Praat maar raak’?
——-Zei de kikker:
——– Kwaak kwaak kwaak.